De patiënt heeft inzagerecht in zijn patiëntendossier. In de context van patient empowerment neemt de patiënt actiever deel aan zijn zorgproces en zal hij vaker kennis nemen van zijn medische gegevens, onder meer via gezondheidsnetwerken. En dus krijgen meer en meer zorgverstrekkers de vraag van hun patiënten om bepaalde gegevens in hun medisch dossier te verbeteren en/of te wissen. Wat met diagnosedata? De Orde preciseert.

 

1.         Recht op rectificatie

De patiënt heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke onverwijld rectificatie van hem betreffende onjuiste persoonsgegevens te verkrijgen, onder meer door een aanvullende verklaring te verstrekken. Het recht op rectificatie is een grondrecht.

Persoonsgegevens moeten juist zijn en zo nodig worden geactualiseerd. Alle redelijke maatregelen moeten worden genomen om de persoonsgegevens die, gelet op de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt, onjuist zijn, onverwijld te wissen of te corrigeren.

De juistheid van de gegevens moet worden nagekeken. Slechts wanneer de zorgverstrekkers vaststelt dat de gezondheidsgegevens onjuist of onvolledig zijn, moeten zij worden verbeterd of aangevuld.

Geen correctie diagnose

Met de medische diagnose liggen de kaarten iets anders wat de betwisting betreft. Die is immers het resultaat van een professionele beoordeling en maakt dus een medische “opinie” uitmaakt.  Subjectieve betwistingen omtrent de diagnosestelling worden beoordeeld door de betrokken zorgverstrekkers en worden desgevallend zonder gevolg gelaten. De zorgverstrekkers noteert in het patiëntendossier dat de diagnose wordt betwist en door wie.

Het recht op rectificatie kan evenwel worden uitgeoefend in situaties waar vergissingen in het dossier voorkomen, als gevolg van een onjuiste verwerking van persoonsgegevens.  Er kan in deze context worden gedacht aan bijvoorbeeld een objectief vast te stellen foute diagnose, het foutief registreren van de bloedgroep van de patiënt  of een foutieve spelling van de naam van de patiënt. Objectief vast te stellen vergissingen dienen steeds kosteloos te worden verbeterd.

 

2. Recht op het wissen van gegevens

De patiënt heeft soms het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging wissing van hem betreffende persoonsgegevens te verkrijgen.

Het recht op het wissen van persoons- en gezondheidsgegevens is niet van toepassing als de verwerking noodzakelijk is voor  algemeen belang op het gebied van volksgezondheid, voor het verstrekken van gezondheidszorg en voor zover de verwerkingsverantwoordelijke gehouden is tot het beroepsgeheim.

De relevantie van het recht om gezondheidsgegevens kosteloos te laten wissen is aldus gering. De verwerking en de bewaring van gezondheidsgegevens is noodzakelijk voor kwaliteitsvolle zorg. De patiënt heeft bijgevolg niet het recht om relevante medische persoons- of gezondheidsgegevens te laten verwijderen uit zijn medisch dossier. De bewaartermijn voor gezondheidsgegevens bedraagt minimum 30 jaar en maximum 50 jaar te rekenen vanaf het laatste patiëntencontact.

Niet dat de zorgverstrekkers om het even welke gegevens in het patiëntendossier mag opnemen. De zorgverstrekkers moet rekening houden met de principes van minimale gegevensverwerking, proportionaliteit en noodzakelijkheid. Dat betekent dat de gegevensverwerking toereikend is, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt.

De zorgverstrekkers dient bij de opstelling van documenten en nota’s op datum telkens de persoons- en gezondheidsgegevens na te kijken en zich te vergewissen van hun juistheid en relevantie.

 

Artikel gepubliceerd in Medi-Sfeer op 29 maart 2021