Naar een versnelling van de publicatie van ontslagbrieven

jul 1, 2025 | Gezondheidsprofessionals, Nieuws

Naar aanleiding van een project met vroedvrouwen heeft Abrumet een cruciale nood vastgesteld: het gebrek aan informatie bij het verlaten van de kraamafdeling bemoeilijkt sterk de opvolging aan huis.

Bij de terugkeer van de moeder naar huis beschikken vroedvrouwen – nochtans in de frontlinie van de zorg – niet over elektronische gegevens over de ziekenhuisopname van hun patiënte. Dit schaadt de continuïteit van de zorgverlening.

Daarom stelden we ons de volgende doelstellingen:

  • Sensibiliseren rond de verbetering van de continuïteit en de kwaliteit van de zorg vanaf het moment dat de patiënt terug thuis is;

  • De goede praktijken in de ziekenhuizen identificeren;

  • Technische obstakels in kaart brengen voor een snelle gegevensoverdracht.

De FAMGB en de BHAK willen al enkele jaren de communicatie verbeteren tussen ziekenhuisartsen en huisartsen, en hebben een modelbrief voorgesteld die alle nodige informatie bevat om patiënten na een hospitalisatie optimaal te kunnen opvolgen.

Het is de bedoeling dat de huisarts een overzicht krijgt van de correct beschreven diagnose(s), medicamenteuze of niet-medicamenteuze behandeling(en), en ook voorstellen voor follow-up op volgens een gestandaardiseerde manier, vergezeld van alle mogelijke nuttige gegevens van de onderzoeken (laboratorium, technische onderzoeken, advies) uitgevoerd tijdens ziekenhuisopname; maar dit alles op een gecondenseerde, gestandaardiseerd en zeer overzichtelijke manier.

Dr Michel De Volder, Voorzitter FAMGB & Dr Els Van Hooste, Voorzitter BHAK

Abrumet heeft op zijn beurt enkele maanden geleden een enquête uitgevoerd bij de Brusselse ziekenhuizen om beter te begrijpen hoe ontslagbrieven momenteel gebruikt worden, wat de publicatietermijnen zijn en welke obstakels er bestaan.

Daaruit blijkt dat de 10 ziekenhuizen die hebben geantwoord grotendeels voorstander zijn van een snelle publicatie van ontslagbrieven. Vier ziekenhuizen publiceren al binnen de 24 uur, en sommige werken aan een verdere verbetering van deze termijn.

De belangrijkste belemmeringen die werden geïdentificeerd zijn:

  • De nood aan medische validatie door meerdere artsen;

  • De tijd die nodig is om het document af te werken;

  • De nood aan een technische oplossing.

Een mogelijke oplossing zou zijn: het opstellen van een ziekenhuissamenvatting (discharge letter?) met essentiële informatie (diagnoses, voorschriften, behandelde problemen), zonder te wachten op de formele validatie van een arts, aangezien deze gegevens al tijdens de opname in het dossier zijn opgenomen.

Deze samenvatting, automatisch gegenereerd uit de ingevoerde gegevens tijdens de hospitalisatie, zou op zeer korte termijn na het ontslag kunnen worden doorgestuurd, idealiter gelijktijdig met het vertrek van de patiënt uit het ziekenhuis (J0). Dit zou de zorgverlening door eerstelijnszorgverleners aanzienlijk vergemakkelijken.

Elke ziekenhuissoftware zou dit moeten kunnen ondersteunen.

Dit is precies de rol van Abrumet: coördineren en bewustzijn creëren over bepaalde thema’s, zorgverleners ondersteunen en bijdragen aan de verbetering van bestaande tools. Ons team staat klaar om alle actoren op het terrein te begeleiden in de verandering en zo een betere continuïteit van zorg te garanderen.

Dubbele focus

1 – Verschil tussen ontslagbrief (“discharge letter”) en ziekenhuisverslag

  • De ontslagbrief is een “voorlopig” document met de essentiële informatie die nuttig is voor eerstelijnsprofessionals.
  • Het ziekenhuisverslag is een volledig en gevalideerd document, goedgekeurd door een bevoegde arts. De publicatie ervan vraagt logischerwijs meer tijd.

2 – Verplichting tot publicatie van de ontslagbrief binnen 48u volgens nieuwe ziekenhuisnormen

3° Indien de patiënt de contactgegevens heeft meegedeeld en hij daarmee instemt, wordt een kopie van de ontslagverslagen van de patiënt, met inbegrip van het ontslagverslag van de verpleegkundige, uiterlijk binnen 48 uur, via elektronische weg, meegedeeld aan de behandelende arts of het medisch centrum en/of de thuisverpleegkundige, indien van toepassing.

Dit gebeurt volgens de modaliteiten die zijn vastgesteld door het ziekenhuis en de huisartsenkring.